Wat politiek relevant is voor mensen met een handicap, is politiek relevant voor iedereen

Wie nog twijfelt aan zijn keuze in het stemhokje, moet eens nagaan wat de partijen voorstellen inzake handicapbeleid, schrijven Gert-Jan Vanaken en Beno Schraepen. Dat is op vele vlakken revelerend.
DS, 5 juni 2024

Bevrijd ons van de wachtlijsten! Met die slogan vormden tientallen actievoerders met een handicap dinsdagmiddag een wachtrij voor de gesloten deuren van het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap (VAPH). De symboliek is duidelijk. Zo’n 20.000 mensen hebben wettelijk recht op ondersteuning in de vorm van persoonsvolgende financiering, maar wachten al jaren op de toekenning van die budgetten.

Mensen met een handicap en hun naasten blijven zo gevangen in een limbo. De bevrijding die ze zoeken ligt niet zozeer in een medische, maar wel in een politieke doorbraak. Op vijf dagen van de verkiezingen klinkt de boodschap van Actiegroep Recht op Ondersteuning dan ook luid en duidelijk: we pikken het bestaande beleid niet meer.

De huidige, centrumrechtse Vlaamse regering begon, net als haar voorgangers, met de belofte om iets te doen aan de beruchte wachtlijsten. Het budget voor het VAPH steeg en het aantal mensen dat een persoonlijk budget toegekend kreeg nam toe.

Ongrondwettelijk
Maar het frustrerende, bureaucratische labyrint om op die wachtlijst te raken bleef behouden. De totale hoeveelheid wachtenden ging de hoogte in, de wachttijd bleef volstrekt onvoorspelbaar en de overheid ging experimenteren met afgeschaafde en gedeeltelijk uitbetaalde budgetten. In zijn allereerste advies oordeelde het nieuw opgerichte Vlaamse Mensenrechteninstituut dan ook scherp: het huidige beleid is ontoelaatbaar. Begin dit jaar noemde de Raad van State het Vlaamse handicapbeleid ongrondwettelijk.

Er ligt dus veel werk op de plank voor de volgende regering. Maar eerst is het aan ons, de kiezers. Op het eerste gezicht zou je denken dat het handicapbeleid dat de partijen voorstellen alleen relevant is voor wie leeft met een beperking, voor hun naasten, of voor wie werkzaam is in de sector. Dat klopt niet. Het is voor iedereen interessant om vanuit een handicap-perspectief naar de verkiezingsprogramma’s te kijken.

Niemand van ons heeft de garantie een leven lang over een fit en gezond lichaam en geest te beschikken. We zijn hoogstens “temporarily able-bodied” – tijdelijk valide, zoals handicapdenkers het gebald uitdrukken. Ook al is het handicap­beleid nu niet rechtstreeks van belang voor u, binnen afzienbare tijd is het dat misschien wel.

Bovendien, wat politiek relevant is voor gehandicapte, chronisch zieke, neurodivergente en psychisch kwetsbare mensen en hun naasten is veelal politiek relevant voor ieder van ons. Verschillende samenlevingsproblemen die er voor iedereen toe doen, raken mensen met een handicap (in de brede zin) sneller of scherper. Denk aan het personeelstekort in het onderwijs dat kinderen met een beperking in recordaantallen richting het buitengewoon onderwijs drijft. Denk aan de 3.000 geschrapte haltes bij De Lijn, een beslissing die mensen met een handicap prioritair treft. Denk aan de ontoegankelijke arbeidsmarkt en de uitkeringen die lager liggen dan het bestaansminimum, waardoor mensen met een beperking tot drie keer meer kans hebben om in een gezin te leven dat moeilijk rondkomt.

In veel gevallen fungeren mensen met een handicap als kanaries in de koolmijn. Waar zuurstoftekort is, raken de atypische lichamen het eerst in ademnood. De voorstellen die de verschillende partijen formuleren met betrekking tot handicap, gaan dan ook niet louter over die doelgroep alleen, ze maken duidelijk welk mens- en maatschappijbeeld die partijen uitdragen.

Muren rond het goede leven
Hoe willen de politieke partijen de wachtlijsten voor ondersteuningsbudgetten aanpakken? Maken ze een ommekeer richting inclusief onderwijs waar iedereen terecht kan? Of houden ze ons land koppig in de Europese koppositie van het meest gesegregeerde onderwijs? Welk antwoord bieden ze op de slechte toegankelijkheid van het openbaar vervoer? En hoe willen ze voorkomen dat het leven met een handicap mensen veroordeelt tot een leven in een precaire sociaal-economische positie?

De vzw Grip nam de verschillende partijprogramma’s door en zette de belangrijkste voorstellen met betrekking tot handicap op een rij. Of het verrast of niet, op bijna al die thema’s is er een uitgesproken links-rechtsverdeling op te merken. Inzake onderwijs, bijvoorbeeld, rept Vlaams Belang met geen woord over kinderen met bijkomende ondersteunings­noden of inclusiviteit. De N-VA houdt met het bestaande decreet Leersteun vast aan de ingeslagen weg van onderwijssegregatie: kinderen met een beperking hebben (zo goed als) geen plek in het reguliere onderwijs. Open VLD hanteert een discours van gelijke kansen en inclusiviteit, maar zet zich niet expliciet af tegen het gevoerde beleid in de afgelopen regeerperiode en wil blijven investeren in buitengewoon onderwijs. CD&V mikt op de lange termijn wel op inclusief onderwijs, eventueel met een tussenstap van het ééncampusmodel, waarbij gewoon en buitengewoon onderwijs onder één dak plaatsvinden. Vooruit en (nog explicieter) Groen en PVDA willen kinderen maximaal in het reguliere onderwijs naar school laten gaan en formuleren ook de belofte om bijkomende middelen voor ondersteuning op school vrij te maken om die omslag waar te maken. Dat is zeker ambitieus in de Vlaamse context. Maar we mogen ook niet vergeten dat inclusief onderwijs organiseren een plicht is waar België zich toe verbond toen het in 2009 het VN-Verdrag inzake Rechten van Personen met een Handicap ratificeerde.

Er staat zondag veel op het spel, daarover is iedereen het eens. Kiezen we voor een visie die muren bouwt rond het goede leven, of kiezen we voor een visie die het goede leven toegankelijk maakt voor ieder van ons?


Geplaatst

in

door

Tags:

Reacties

Een reactie achterlaten

Je e-mailadres zal niet getoond worden. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *